Om de drie jaar organiseert de Rijksoverheid onder de noemer ‘WoonOnderzoek Nederland’ (WoON) een uitgebreide enquête over hoe mensen in ons land wonen en willen wonen. Onlangs werden de resultaten van het WoonOnderzoek 2015 gepresenteerd. Daaruit blijkt onder meer dat de Nederlanders best tevreden zijn over hun woning en woonomgeving.
Het WoonOnderzoek Nederland
Het driejaarlijkse WoonOnderzoek levert telkens weer zinvolle informatie op over de samenstelling van huishoudens in Nederland en de woonlasten, woonwensen en woonomgeving. Ook legt het onderzoek maatschappelijke trends bloot.
Deze keer hebben het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ruim 60.000 Nederlanders ondervraagd. Net zoals de resultaten van het onderzoek in 2006, 2009 en 2012 zullen de bevindingen van het WoON 2015 gebruikt worden om beleid te ontwikkelen, te monitoren en te evalueren.
Wat leert het WoON2015 ons?

- De Nederlanders zijn al jaren tevreden over hun leven, woning en woonomgeving en dat ongeacht de schommelingen in de economie.
- Bijna 60 procent van de woningen in Nederland zijn koopwoningen, tegenover 40 procent huurwoningen. Deze koop-huurverhouding is al sinds 2009 stabiel.
- Gezinnen en echtparen wonen meestal in een koopwoning. Ook steeds meer ouderen hebben een eigen woning: 70 procent, tegenover 40 procent twintig jaar geleden. Alleenstaanden en eenoudergezinnen huren dan weer vaker.
- Het huishoudinkomen daalde licht voor huurders en kopers. Voor kopers zijn de woonuitgaven gedaald, maar voor huurders zijn ze gestegen.
- Het aantal goedkope scheefwoners is afgenomen, duur scheefwonen nam toe.
- Huishoudens verhuizen minder (300.000 verhuizingen minder dan in 2009), maar de wens om te verhuizen is wel sterk gestegen. Dat is niet uit ontevredenheid over de woning, maar omdat de markt in beweging is.
De markt verandert echter continu en dus is nog maar de vraag hoe de woonsituatie er over enkele jaren zal uitzien.

